... Grote ijzeren sleutels en rijkelijk met krullen versierde sloten uit de renaissance lagen tentoongesteld naast fijnbewerkte exemplaren uit de negentiende en vroege twintigste eeuw die eruitzagen als decodeerapparaten met genummerde trommels, sterwielen en ingekeepte trommels.
dinsdag 31 augustus 2004
In de Mossman-slotencollectie
De vitrinekasten bevatten een verbluffende verzameling sloten en sleutels, de meeste verbijsterend complex...
De lichttoren
Caduceus in de openbare bibliotheek
Afbeelding van vuur
Hij dirigeerde me noordwaarts in de richting van de sporen en we betraden een gang waarboven ‘noordoostelijke doorgang’ stond. ‘In deze gangen bevindt zich een heel interessant kunstwerk,’ zei Horace…
… Hij wees van links naar rechts. ‘De elementen. Aarde. Water. Vuur, dat ze in haar handen houdt. Dan lucht. Dan ether.’
Hermes in het Grand Centralstation
Het United Nations-gebouw in volle gloed
maandag 30 augustus 2004
Wat de vijfde cache me duidelijk maakte
Maak je eigen weer, aan de hand van je voornemens.
Vandaag begreep ik deze zin.
Bij het vooruitkomen op het Pad moeten we de krachten van aarde, water, vuur en lucht met elkaar in evenwicht brengen. Het evenwichtspunt verschuift continu. Als je je aan een bepaald punt blijft vastklampen, word je uit elkaar getrokken. Je moet je evenwicht steeds weer opnieuw vinden, of het zal zichzelf vernietigen. Als we onszelf aansluiten bij de getijden van de natuur, kunnen we de kracht van de natuur verkrijgen en zelfs wat van de kracht van de natuur zelf sturen en richten. Dat is de kracht van ether: het kunnen zien hoe alles samenwerkt, en in wat voor relatie het staat met onszelf.
Er bestaat een zich verschuivende grens tussen orde en wanorde, het punt waarop schepping plaatsvindt. Bij het bereiken van evenwicht wordt mijn wil sterk. Mijn voornemens komen uit. Ik maak mijn eigen weer. Ik begin mijn werkelijkheid om me heen te creëren. Maar ik moet de kracht van ether niet gebruiken uit eigenbelang, anders zal het zich tegen me keren.
Vandaag voelde ik voor het eerst dat het mogelijk was – nee, noodzakelijk – om de Iwnw met andere middelen dan de hunne te verslaan. Ik zag de mogelijkheid – nee, weer de noodzaak – om een soort wapen te vinden dat ze niet kunnen aanwenden voor hun eigen kracht. Het is onmogelijk, maar ook onvermijdelijk. Ondenkbaar, maar ook onafwendbaar: slechts één soort van vergeving kan de ontploffing van de Ma’rifat’ verhinderen. Maar het moet een krachtig soort vergeving zijn. Ik wil de Iwnw vernietigen.
Vandaag begreep ik deze zin.
Bij het vooruitkomen op het Pad moeten we de krachten van aarde, water, vuur en lucht met elkaar in evenwicht brengen. Het evenwichtspunt verschuift continu. Als je je aan een bepaald punt blijft vastklampen, word je uit elkaar getrokken. Je moet je evenwicht steeds weer opnieuw vinden, of het zal zichzelf vernietigen. Als we onszelf aansluiten bij de getijden van de natuur, kunnen we de kracht van de natuur verkrijgen en zelfs wat van de kracht van de natuur zelf sturen en richten. Dat is de kracht van ether: het kunnen zien hoe alles samenwerkt, en in wat voor relatie het staat met onszelf.
Er bestaat een zich verschuivende grens tussen orde en wanorde, het punt waarop schepping plaatsvindt. Bij het bereiken van evenwicht wordt mijn wil sterk. Mijn voornemens komen uit. Ik maak mijn eigen weer. Ik begin mijn werkelijkheid om me heen te creëren. Maar ik moet de kracht van ether niet gebruiken uit eigenbelang, anders zal het zich tegen me keren.
Vandaag voelde ik voor het eerst dat het mogelijk was – nee, noodzakelijk – om de Iwnw met andere middelen dan de hunne te verslaan. Ik zag de mogelijkheid – nee, weer de noodzaak – om een soort wapen te vinden dat ze niet kunnen aanwenden voor hun eigen kracht. Het is onmogelijk, maar ook onvermijdelijk. Ondenkbaar, maar ook onafwendbaar: slechts één soort van vergeving kan de ontploffing van de Ma’rifat’ verhinderen. Maar het moet een krachtig soort vergeving zijn. Ik wil de Iwnw vernietigen.
Het universiteitsterrein
Door de Love Lane
De waterdeur
In een achthoekig raam in de metalen hoofdingang stak een kaartje waarop een telefoonnummer stond dat je kon bellen wanneer het alarm defect was.
‘Wat is dit?’
‘Wat is dit?’
… ‘De ingang van watertunnel nummer een,’ zei Adam.
Het beeld van de loop van een tunnel kwam me opeens weer voor de geest. Het Union Square Park. Madison Square Park. Dan zou ik verder lopen in de richting van… Ik zag het.
Het beeld van de loop van een tunnel kwam me opeens weer voor de geest. Het Union Square Park. Madison Square Park. Dan zou ik verder lopen in de richting van… Ik zag het.
Pentagram
Ik kruiste 25th Street en liep verder over Fifth Avenue, aangetrokken door een vlag met een grote P erop…
... En net om de hoek zag ik waar die voor stond: op nummer 204 zaten de kantoren van een ontwerpstudio met de naam Pentagram, de naam stond gebeeldhouwd in het gebouw zelf, boven de ingang. Nog een vijf.
De tweede obelisk
Ik liep om de obelisk heen en zocht nog meer details waar ik misschien wat aan zou hebben. Ik vond een lijst wapenfeiten. Contreras, Churubusco, West Point, Molino del Rey… Monterey, Vera Cruz, San Antonio en Mexico-Stad...
... ‘Jij hebt niet stilgezeten,’ mompelde ik. ‘Je zult in Mexico wel heel populair zijn.’
De ster van eeuwig licht
De versteende golf
De stapstenen
Een van de stenen wiebelde een beetje toen ik er mijn voet op zette. Het was een van de kleinere stenen, een vijfarmige zeester…
... Ik knielde neer en trok er voorzichtig aan om te zien of het verder kon worden verschoven. Het kon als een deksel worden opgetild en eronder zat een verzegeld plastic 35mm-filmkokertje.
Boven op het RCA-gebouw
Ik sloot de ogen en dacht aan de prachtige architectuur op de top van Lexington Avenue 570, een paar verdiepingen boven ons: bliksemflitsen die schieten uit gesloten vuisten, een lange rij punten als van een doornenkroon…
… en weergaves van radiogolven die de ether in werden geslingerd.
Mijn werkplek
Wat de vierde cache me duidelijk maakte
Soms schenkt het water van de duivel niettemin leven.
Ik word verscheurd door twijfel, maar voel me toch steeds levendiger.
Ik begin dingen te zien en te horen die ik nooit voor mogelijk had gehouden.
Sinds deze gebeurtenissen zich voltrokken, ben ik mijn baan kwijtgeraakt en op vernederende wijze eruit gegooid door collega’s. Morgen reken ik met ze af.
Ik ben aangevallen, in elkaar geslagen en half kotsend in de metro achtergelaten.
Ik ben bijna verdronken.
Ik ben bijna opgeblazen in een gasexplosie.
Ik ben bijna verpletterd.
Ik heb mijn huwelijkse geloften vrijwillig verbroken en ben de ring die ze symboliseert kwijtgeraakt. Ik heb mijn vrouw gekwetst.
Ik heb een nieuwe autonomie ervaren, een nieuw soort zelfrespect, en heb toen degene van wie ik het meest hou gekwetst om het niet kwijt te raken. Ik heb mijn woede en wraaklust botgevierd onder het mom van eerlijkheid.
Maar oog in oog met de dood of in het liefdesspel heb ik een kracht ontdekt die ik nooit in mezelf had vermoed. Ik heb van primaire driften – doodsdrift, geslachtsdrift – geestelijke wapens gemaakt, die van aarde en water.
Door niet in te gaan op chantage, door mijn optimale vrijheid te verdedigen, heb ik de kracht van vuur aan mijn arsenaal toegevoegd.
Door de menigte in te duiken om dat jongetje te redden, terwijl ik uit zelfbescherming me zou hebben schuilgehouden, heb ik vermoedelijk de kracht van lucht toegevoegd. Die heb ik gebruikt, zonder te weten hoe, om de menigte te doen bedaren.
Ik word steeds sterker naarmate ik het Pad doorloop, al wordt al die kracht me alleen maar verleend, hij is niet van mij, hij is niets om prat op te gaan of uit te buiten voor persoonlijk gewin.
Hij is voor Adam bedoeld, om hem te helpen de aantasting door parasieten in zichzelf te weerstaan.
Hij is voor Katherine, om haar te helpen op de eenzame weg die ik voor haar heb bereid. Als ze door bij Adam te zijn hem kan helpen deze beproevingen te doorstaan, dan zij het zo. Maar ik moet en ik zal haar terugkrijgen.
Hij is voor Terri. Om haar te helpen de verborgen angst te overwinnen die ik in haar voel.
Hij is voor Horace, om mij te kunnen leiden en instrueren als dat nodig is.
Andere mensen zijn niet de hel. Ze zijn de verlossing.
Er bestaat een vorm in mijn gedachten waarvoor ik geen woorden kan vinden, net als mijn zwerftochten door Manhattan – de vorm die ik tekende op de stadsplattegrond, de gebeurtenissen op de routepunten – elk daarvan tekende een vorm in mijn ziel.
Ik zie verbanden waar ik er geen vermoedde, lijnen en beelden van nieuwe harmonieën.
Het vermogen om de taal der vogels te spreken begint in mij te ontwaken.
Dit alles om hen te verslaan die ons met deze beproevingen hebben opgezadeld.
Ik bid voor mijn vijand, aangezien bidden voor mijn vrienden geen verdienste is.
Ik vergeef mezelf, omdat alles wat ik deed noodzakelijk was. Ik vraag vergeving van anderen.
Ik ben klaar. Ik leef. Ik zal vechten.
Ik word verscheurd door twijfel, maar voel me toch steeds levendiger.
Ik begin dingen te zien en te horen die ik nooit voor mogelijk had gehouden.
Sinds deze gebeurtenissen zich voltrokken, ben ik mijn baan kwijtgeraakt en op vernederende wijze eruit gegooid door collega’s. Morgen reken ik met ze af.
Ik ben aangevallen, in elkaar geslagen en half kotsend in de metro achtergelaten.
Ik ben bijna verdronken.
Ik ben bijna opgeblazen in een gasexplosie.
Ik ben bijna verpletterd.
Ik heb mijn huwelijkse geloften vrijwillig verbroken en ben de ring die ze symboliseert kwijtgeraakt. Ik heb mijn vrouw gekwetst.
Ik heb een nieuwe autonomie ervaren, een nieuw soort zelfrespect, en heb toen degene van wie ik het meest hou gekwetst om het niet kwijt te raken. Ik heb mijn woede en wraaklust botgevierd onder het mom van eerlijkheid.
Maar oog in oog met de dood of in het liefdesspel heb ik een kracht ontdekt die ik nooit in mezelf had vermoed. Ik heb van primaire driften – doodsdrift, geslachtsdrift – geestelijke wapens gemaakt, die van aarde en water.
Door niet in te gaan op chantage, door mijn optimale vrijheid te verdedigen, heb ik de kracht van vuur aan mijn arsenaal toegevoegd.
Door de menigte in te duiken om dat jongetje te redden, terwijl ik uit zelfbescherming me zou hebben schuilgehouden, heb ik vermoedelijk de kracht van lucht toegevoegd. Die heb ik gebruikt, zonder te weten hoe, om de menigte te doen bedaren.
Ik word steeds sterker naarmate ik het Pad doorloop, al wordt al die kracht me alleen maar verleend, hij is niet van mij, hij is niets om prat op te gaan of uit te buiten voor persoonlijk gewin.
Hij is voor Adam bedoeld, om hem te helpen de aantasting door parasieten in zichzelf te weerstaan.
Hij is voor Katherine, om haar te helpen op de eenzame weg die ik voor haar heb bereid. Als ze door bij Adam te zijn hem kan helpen deze beproevingen te doorstaan, dan zij het zo. Maar ik moet en ik zal haar terugkrijgen.
Hij is voor Terri. Om haar te helpen de verborgen angst te overwinnen die ik in haar voel.
Hij is voor Horace, om mij te kunnen leiden en instrueren als dat nodig is.
Andere mensen zijn niet de hel. Ze zijn de verlossing.
Er bestaat een vorm in mijn gedachten waarvoor ik geen woorden kan vinden, net als mijn zwerftochten door Manhattan – de vorm die ik tekende op de stadsplattegrond, de gebeurtenissen op de routepunten – elk daarvan tekende een vorm in mijn ziel.
Ik zie verbanden waar ik er geen vermoedde, lijnen en beelden van nieuwe harmonieën.
Het vermogen om de taal der vogels te spreken begint in mij te ontwaken.
Dit alles om hen te verslaan die ons met deze beproevingen hebben opgezadeld.
Ik bid voor mijn vijand, aangezien bidden voor mijn vrienden geen verdienste is.
Ik vergeef mezelf, omdat alles wat ik deed noodzakelijk was. Ik vraag vergeving van anderen.
Ik ben klaar. Ik leef. Ik zal vechten.
zondag 29 augustus 2004
Weer in de Tick Tock
Ik zag dat cnn voor de duur van het congres op het Tick Tockrestaurant op de hoek beslag had gelegd…
,,, zijn eigen knalrode kleur toevoegend aan het groen-blauwe tl-licht en chroom van de Tick Tock, en de vergane art-decoglorie van het New Yorker Hotel waar het deel van uitmaakte.
De twee Tick Tocks, die in New Jersey en die in Manhattan, werden in mijn gedachten over elkaar gelegd: twee verschillende maar identieke toegangen tot een denkbeeldige, tijdloze, perfecte eettent.
De twee Tick Tocks, die in New Jersey en die in Manhattan, werden in mijn gedachten over elkaar gelegd: twee verschillende maar identieke toegangen tot een denkbeeldige, tijdloze, perfecte eettent.
Lichtende bakstenen
De brandende slang
Ik vond de rand van een van de patronen, duwde demonstranten beleefd opzij onder het lopen, strak turend naar de grond en niet naar hun gezichten. Ik draaide naar rechts en naar links, naar het park en weer terug…
... Het drong tot me door dat ik in een soort doolhof liep, een ‘dwaaltuin’. Het was een geschilderde, naar binnen toe kronkelende slang in groen, geel en rood.
De tijd vliegt, nog eens
Ik keek naar het vreemde, stoom blazende zonnewijzer-kunstwerk in het lage gedeelte van het plein, die de gehele muur bestreek van een gebouw boven de Virgin Megastore. Erop flitsten digitale getallen in een volgorde die ik nooit heb weten te doorgronden.
Kijk omlaag
‘Welkom in Dead Man’s Curve,’ zei Terri. ‘Precies op de plek waar je staat.’
‘Onheilspellende naam.’
‘Onheilspellend spel. In dat spel botsten de trams richting Broadway op elkaar of werden mensen eruit geslingerd als de bocht niet goed was ingeschat. Je kon je vaart niet minderen. Gaat er al een belletje rinkelen?’
‘Onheilspellende naam.’
‘Onheilspellend spel. In dat spel botsten de trams richting Broadway op elkaar of werden mensen eruit geslingerd als de bocht niet goed was ingeschat. Je kon je vaart niet minderen. Gaat er al een belletje rinkelen?’
.
Piramides in het Union Square Park
Toen ik op 14th Street aanbelandde, bij Union Square Park, doemden de daken op van de Zeckendorftorens, drie piramidale vormen die terwijl ik liep leken te zweven op de horizon, op één lijn achter elkaar liggend zoals de piramides van Gizeh in Egypte. Ik liep ernaartoe…
... In de verte hoorde ik getrommel in de stille lucht, gezang en gefluit en geroep.
zaterdag 28 augustus 2004
Opstandigheid
Schaaktafel in Washington Square Park
‘tafels alleen voor schaken en dammen bestemd. verboden te lanterfanten’ stond op een bordje. ‘maximaal twee uur per tafel. gratis te gebruiken. verboden te gokken of tegen betaling te spelen.’
... Ik ging zitten lanterfanten, wachtend op het volgende telefoontje. Ik wist wat ik moest doen. Het was tijd om rekenschap af te leggen.
De galg-iep
De Trianglebrand
... het afschuwelijke geluid van gillende vrouwen die omlaag vielen, sommige hand in hand, precies als de ongelukkige drommels die van de Twin Towers sprongen, en op Greene Street neerstortten…
… Jonge vrouwen, gevangen achter gesloten en versperde deuren op de bovenste verdiepingen terwijl de vlammen door de fabriek joegen en ze naar de ramen dreven, met een inferno achter zich. Hun dood tegemoet springend. Ik kon het voelen. Ik kon het zien. De pijn was onverdraaglijk. De straat zinderde van geweld.
40°43'47.32"N, 73°59'43.34"W
40°43'47.32"N, 73°59'43.34"W
De noodlottige klok
De bouten kwamen me ook bekend voor. Onbeschrijflijke beelden schoten me door het hoofd. Ik legde mijn handen op de klok, sloot de ogen en hoorde weer het monotone gezang uit mijn droom…
Fat Mary Fat Mary Fat Mary…
... Ik kon het niet aan. Met mijn wilskracht verjoeg ik de beelden, en daarmee ook de angst.
Fat Mary Fat Mary Fat Mary…
... Ik kon het niet aan. Met mijn wilskracht verjoeg ik de beelden, en daarmee ook de angst.
Emmets grafkelder
De hare krisjnaboom
Ik trof op het hek ervoor een naambordje aan. Het was een Amerikaanse iep. Ulmus Americana...
… Daarop stond dat Bhakhtivedanta Swami Prabhupada en zijn volgelingen op 9 oktober 1966 onder die boom hadden gezeten en voor het eerst buiten India Hare Krisjna, Hare Krisjna, Krisjna Krisjna, Hare Hare hadden gezongen…
Schaaktafel in Tompkins Square Park
Iemand nam in de stoel achter hem plaats.
‘Draai je niet om, Robert,’ klonk een mannenstem. ‘Wij moeten eens praten.’
‘Adam?’
‘Draai je niet om.’
‘Wat heeft dit te betekenen?’
‘Draai je niet om, Robert,’ klonk een mannenstem. ‘Wij moeten eens praten.’
‘Adam?’
‘Draai je niet om.’
‘Wat heeft dit te betekenen?’
... ‘Dit is een gewijde plek, en een plaats van groot verdriet, wist je dat? Vreselijk verdriet. Vele daklozen, veel wanhoop, veel ontgoocheling, uitzichtloosheid. Er is ook wel wat vreugde. Dansen en zingen. Als je maar weet waar je het moet zoeken.’
Het Red Squaregebouw
Zodra ik het routepunt kon plaatsen – maar driekwart kilometer in noordelijke richting – rende ik door Essex Street…
… Toen ik Houston Street naderde, zag ik op een appartementenflat een enorme klok. Alle getallen waren door elkaar gegooid: 12, 4, 9, 6… Ik keek nog eens. Ze waren nog steeds door elkaar.
vrijdag 27 augustus 2004
Wat de tweede cache me duidelijk maakte
Vandaag vond de Vuurproef plaats. God vinden in het uitgestrekte universum van de seks. Ik heb me nog nooit zo begrepen, zo opgewonden en zo totaal op mijn gemak met een ander mens gevoeld. Haar totaal in mijn macht hebben, totaal in haar macht zijn.
Maar mijn seksuele verlangen mag ik niet op Terri richten. Het is voor Katherine bestemd. Ik moet het weer naar haar toe ombuigen.
Maar mijn seksuele verlangen mag ik niet op Terri richten. Het is voor Katherine bestemd. Ik moet het weer naar haar toe ombuigen.
Terri in Mercer Street
De ijzeren lotus op Mercer Street
‘Leer te kijken en je zult ze zien.’
Aan de overkant van de straat was een patroon te zien in de zwarte ijzeren zuilen van een oud warenhuis… Ik stak over om het van dichterbij te bekijken. Het was een bloem die leek op een lotus en hij kwam op verschillende zuilen terug, een bloem van zwart ijzer. Ik telde.
‘Er zijn er elf, Terri.’
Aan de overkant van de straat was een patroon te zien in de zwarte ijzeren zuilen van een oud warenhuis… Ik stak over om het van dichterbij te bekijken. Het was een bloem die leek op een lotus en hij kwam op verschillende zuilen terug, een bloem van zwart ijzer. Ik telde.
‘Er zijn er elf, Terri.’
Canal Street
Vesica Piscis
Ik liep terug naar Broadway. Het navigatiesignaal kwam terug toen ik bij de R- en de W-metrostations aankwam, met het omheinde terrein van City Hall rechts, voor het publiek om veiligheidsredenen gesloten.
De Quad gaf nu 1,35 kilometer aan.
De Quad gaf nu 1,35 kilometer aan.
... Iets in het traliewerk van de stationsingang trok mijn aandacht. Een vorm als een soort vis, van groen metaal, was in het design gelast.
De duivelsdoos
Ik probeerde op de verschillende geometrische patronen te drukken die in de zijkanten waren gesneden. Niets...
... De doos gloeide in een doorschijnend rood brons in mijn hand. De concentrische verhoogde ringen op het deksel leken steeds om te slaan van bol naar hol en andersom… toen leken ze te veranderen in een trage spiraalbeweging. Ik keek erin. Verloor mezelf. Het was net een minuscuul zwart gat.
donderdag 26 augustus 2004
Ground Zero, zuidelijk Manhattan
Als ik in gedachten naar deze plek kijk, keer ik terug naar een herinnering die nog altijd zo pijnlijk is dat ik me ervan af moet keren, alsof ik een klap ontwijk. Het is het beeld van een straat bedekt met een dikke laag zwart stof, onder donkere wolken, en aan het einde van de straat de restanten van de torens van het World Trade Centre, verwrongen en zwartgeblakerd en eruitziend als de poort van de hel zelf, de door de zoekteams belichte spitsbogen, de op vochtig stof lijkende as onder mijn voeten en de pure haat achter de aanslag die nog weken nadat de torens waren ingestort doorwerkte. Ik werd erdoor verrast, al wist ik dat het er was, terwijl Katherine en ik in het centrum van Manhattan door de regen wandelden en elkaar vasthielden, om geld te geven als steun voor de plaatselijke winkeliers, de enige keer dat ik mezelf ertoe kon zetten daarheen te gaan.
Er was nog altijd schoonheid: de bogen hadden standgehouden, ze waren niet allemaal ingestort. Er zat iets uitdagends in hun verwoeste uitbeelding van een kathedraalingang, van biddende handen, van een poort die te kennen gaf: achter deze bogen ligt een schoot, achter deze geschonden plaats vindt een wedergeboorte plaats, zelfs hier zal weer liefde bestaan.
Maar het overheersende gevoel op die plaats was van een zo overweldigende woede en haat dat ik er niet langer dan een paar seconden naar kon kijken, ik moest weg van die plek, oostwaarts, naar de South Street Seaport. Dat zal altijd zo blijven.
We hebben sinds die dag in een doolhof gevangengezeten. Hoe moeten we reageren, hoe reageer je op een daad van zulke slechtheid terwijl je toch jezelf blijft? Je kunt niet goed zijn als je niet overleeft. Maar in ons allen huist een monster dat uit louter angst zegt: doe iets, pijnig iemand, maakt niet uit wie; iemand van buiten mijn groep, doe iets.
Vandaag dacht ik te sterven. Ik was zo bang dat ik even wenste dat iets, wat dan ook, het zou voorkomen. Toen was ik opeens niet bang meer. We zaten precies onder Ground Zero. Ik staarde de dood in het gezicht en vocht voor mijn leven. Ik ontdekte iets in mezelf wat ik nog nooit eerder had gezien, en ik kwam tevoorschijn als een heel ander mens. Het was het vermogen, de bereidheid om te doden.
Het was gevaarlijke, ongerichte, pure energie die door me heen stroomde. De energie van het bloed. Nu weet ik, met totale zekerheid, dat ik er weer gebruik van zal kunnen maken wanneer ik het nodig heb.
Jaren geleden schreef een van mijn familieleden zeven wijze regels. De eerste regel luidde: ‘Om goed te leven moet je de dood kennen.’ Ik denk dat ik het begrijp: dit waren de eerste energieën die ik op mijn huidige zoektocht moest aanboren. Pure, krachtige, in potentie moorddadige energieën. Als ik ze niet naar mijn hand kan zetten, zal ik niet sterk genoeg zijn om te overleven. Maar hoe moet ik ze aanwenden?
Op Ground Zero stortten de torens in en bleef de St Paul’s ongeschonden, nog geen ruit sneuvelde. Een vriendin van me, een masseuse, werkte er wekenlang als vrijwilligster en verzorgde zowel agenten, brandweermannen als bouwvakkers. Ze toonde echt gemeende compassie, terwijl anderen uit naam van de Kerk zorgden voor het verstrekken van eten en drinken, onderdak en troost. Maar dat was allemaal voor ‘de onzen’, die net als wij hadden geleden, aan wie we ons verwant voelden. Want ‘identiteit’ komt van idem, ‘het zelfde’. Het is makkelijk om voor onze vrienden te bidden. Wie van ons kan bidden voor zijn vijand, voor iemand die ons probeert te doden?
Er was nog altijd schoonheid: de bogen hadden standgehouden, ze waren niet allemaal ingestort. Er zat iets uitdagends in hun verwoeste uitbeelding van een kathedraalingang, van biddende handen, van een poort die te kennen gaf: achter deze bogen ligt een schoot, achter deze geschonden plaats vindt een wedergeboorte plaats, zelfs hier zal weer liefde bestaan.
Maar het overheersende gevoel op die plaats was van een zo overweldigende woede en haat dat ik er niet langer dan een paar seconden naar kon kijken, ik moest weg van die plek, oostwaarts, naar de South Street Seaport. Dat zal altijd zo blijven.
We hebben sinds die dag in een doolhof gevangengezeten. Hoe moeten we reageren, hoe reageer je op een daad van zulke slechtheid terwijl je toch jezelf blijft? Je kunt niet goed zijn als je niet overleeft. Maar in ons allen huist een monster dat uit louter angst zegt: doe iets, pijnig iemand, maakt niet uit wie; iemand van buiten mijn groep, doe iets.
Vandaag dacht ik te sterven. Ik was zo bang dat ik even wenste dat iets, wat dan ook, het zou voorkomen. Toen was ik opeens niet bang meer. We zaten precies onder Ground Zero. Ik staarde de dood in het gezicht en vocht voor mijn leven. Ik ontdekte iets in mezelf wat ik nog nooit eerder had gezien, en ik kwam tevoorschijn als een heel ander mens. Het was het vermogen, de bereidheid om te doden.
Het was gevaarlijke, ongerichte, pure energie die door me heen stroomde. De energie van het bloed. Nu weet ik, met totale zekerheid, dat ik er weer gebruik van zal kunnen maken wanneer ik het nodig heb.
Jaren geleden schreef een van mijn familieleden zeven wijze regels. De eerste regel luidde: ‘Om goed te leven moet je de dood kennen.’ Ik denk dat ik het begrijp: dit waren de eerste energieën die ik op mijn huidige zoektocht moest aanboren. Pure, krachtige, in potentie moorddadige energieën. Als ik ze niet naar mijn hand kan zetten, zal ik niet sterk genoeg zijn om te overleven. Maar hoe moet ik ze aanwenden?
Op Ground Zero stortten de torens in en bleef de St Paul’s ongeschonden, nog geen ruit sneuvelde. Een vriendin van me, een masseuse, werkte er wekenlang als vrijwilligster en verzorgde zowel agenten, brandweermannen als bouwvakkers. Ze toonde echt gemeende compassie, terwijl anderen uit naam van de Kerk zorgden voor het verstrekken van eten en drinken, onderdak en troost. Maar dat was allemaal voor ‘de onzen’, die net als wij hadden geleden, aan wie we ons verwant voelden. Want ‘identiteit’ komt van idem, ‘het zelfde’. Het is makkelijk om voor onze vrienden te bidden. Wie van ons kan bidden voor zijn vijand, voor iemand die ons probeert te doden?
In de Tick Tock
Ik stopte op Route 3 bij de Tick Tock Diner, een wegrestaurant met veel glanzend chroom en bordeauxrode wandplaten, voor koffie en een broodje en om me op te frissen…
… Het decor rond de ingang had het patroon van het splijtende ijs uit mijn droom. Ik zag eruit alsof ik zelf verbrijzeld was tot een tiental versies van mezelf.
Het Trinityzegel
Trinity weerspiegeld in Wall Street 1
Een glimp van de Red Room
Ik kwam aan bij de gebeeldhouwde hoek van Wall Street 1 die ik al eerder op het kerkhof had gezien, het gebouw van de Bank of New York: schitterende art deco, wit steen en vlammend goud, als een kathedraal van gedrapeerde stof…
… Terwijl ik voor de hoofdingang op Wall Street stond, bescheen de zon het rood-met-gouden interieur in de hal – de legendarische Red Room, gesloten voor het publiek sinds 11 september – en liet het glanzen als een koperen ketel. Ik stond als aan de grond genageld. Karmijnrood, wit, goud.
De kubus
Abonneren op:
Posts (Atom)