‘Draai je niet om, Robert,’ klonk een mannenstem. ‘Wij moeten eens praten.’
‘Adam?’
‘Draai je niet om.’
‘Wat heeft dit te betekenen?’

... ‘Dit is een gewijde plek, en een plaats van groot verdriet, wist je dat? Vreselijk verdriet. Vele daklozen, veel wanhoop, veel ontgoocheling, uitzichtloosheid. Er is ook wel wat vreugde. Dansen en zingen. Als je maar weet waar je het moet zoeken.’